Verven met plantaardige kleurstoffen en ecoprinten deed ik al in de jaren 70 en 80. Magisch vond ik het vanaf het begin. Altijd weer verrassend wat de resultaten zijn.
In 2019 deed ik nog meer ervaring op tijdens het verven voor het potloodlint voor het project Blauwe Maandag in het Den Uyl park in Almere. Door veel te verven kreeg ik steeds beter zicht op het effect van beitsen, hulpstoffen en de kwaliteit van het water dat je gebruikt.
Van meekrap verfde ik op wol van chocoladebruin – via donkerrood – roze – naar lichtoranje en beige. Een meekrapbad is niet snel uitgeput. Op katoen en viscose kun je ook printen en daarbij zijn de kleuren weer anders.
De Crafts Council nogide me uit om met alle geverfde meekrap garens deel te nemen aan de Dutch Design Week in Eindhoven in 2019. Ik heb een dag in de stand gezeten toelichting gegeven.
Dankzij de verfplantenakker in het Den Uylpark zijn er steeds volop verfstoffen voorhanden. Al is het nog een hele klus om ze ook steeds te oogsten. Met enthousiaste mede ververs van de wolunie komen we in de zomermaanden wekelijks bij elkaar om te plukken. En voor wede verven en meekrapwortels oogsten organiseren we afzonderlijke bijeenkomsten.
Het extraheren van de indigoverfstof uit de wede is altijd een arbeidsintentief proces. Het plukken, schoonmaken en klaarmaken van het verfbad kost een paar uur. En dan is het verven ook nog een langdurig proces waarbij steeds verfstrengen worden toegevoegd aan het bad. Soms meerdere keren. Het bad moet soms even revitaliseren om de zuurstof er weer uit te krijgen.
Afhankelijk van de kracht van de wede kleurt de wol donkerder of lichter blauw. En als het blauw opraakt komen er prachtige lila, roze en tenslotten zilvergrijze kleuren tevoorschijn.